Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
De psalmist vermaant de priesters en Levieten God te loven en voor de gemeente te bidden. |
Opwekking tot lof en gebed |
1 EEN1 lied Hammaäloth. Zie, looft den HEERE, alle 2gij knechten des HEEREN; gij die 3allen nacht 4in het huis des HEEREN 5staat. |
| 1 Als Ps. 120:1. |
| Ps. 120:1 EEN lied Hammaäloth. Ik heb tot den HEERE geroepen in mijn benauwdheid, en Hij heeft mij verhoord. |
| 2 Versta hier door de knechten des Heeren voornamelijk de priesters en Levieten, welker ambt was ook bij nacht te staan en te dienen voor den Heere. Zie Ex. 27:21. Lev. 8:35. 1 Sam. 3:3. 1 Kron. 9:33. |
| Ex. 27:21 In de tent der samenkomst, van buiten den voorhang die vóór de getuigenis is, zal ze Aäron en zijn zonen toerichten, van den avond tot den morgen, voor het aangezicht des HEEREN; dit zal een eeuwige inzetting zijn voor hun geslachten vanwege de kinderen Israëls. Lev. 8:35 Gij zult dan aan de deur van de tent der samenkomst dag en nacht zeven dagen blijven, en zult de wacht des HEEREN waarnemen, opdat gij niet sterft; want alzo is het mij geboden. 1 Sam. 3:3 En Samuël zich ook nedergelegd had, eer de lamp Gods uitgedaan werd, in den tempel des HEEREN, waar de ark Gods was, 1 Kron. 9:33 Uit
dezen zijn ook de zangers, hoofden der vaderen onder de Levieten in de kamers, dienstvrij; want dag en nacht was het op hen, in dat werk te zijn. |
| 3 Hebr. in de nachten, dat is, allen nacht. |
| 4 Te weten om de wacht in den tempel en deszelfs voorhoven te houden, volgens Gods wet. Zie Lev. 8:35. Num. 1:53. 1 Sam. 3:3. 1 Kron. 9:33. |
| Lev. 8:35 Gij zult dan aan de deur van de tent der samenkomst dag en nacht zeven dagen blijven, en zult de wacht des HEEREN waarnemen, opdat gij niet sterft; want alzo is het mij geboden. Num. 1:53 Maar de Levieten zullen zich legeren rondom den tabernakel der getuigenis, opdat geen verbolgenheid over de vergadering der kinderen Israëls zij; daarom zullen de Levieten de wacht van den tabernakel der getuigenis waarnemen. 1 Sam. 3:3 En Samuël zich ook nedergelegd had, eer de lamp Gods uitgedaan werd, in den tempel des HEEREN, waar de ark Gods was, 1 Kron. 9:33 Uit
dezen zijn ook de zangers, hoofden der vaderen onder de Levieten in de kamers, dienstvrij; want dag en nacht was het op hen, in dat werk te zijn. |
| 5 Staan voor dienen wordt meermaals in de Heilige Schrift gebruikt. 2 Kon. 25:8 staat een dienaar des konings, Jer. 52:12 een die voor den koning stond. |
| 2 Kon. 25:8 Daarna in de vijfde maand, op den zevende der maand (dit was het negentiende jaar van Nebukadnézar, den koning van Babel) kwam Nebuzáradan, de overste der trawanten, de knecht des konings van Babel, te Jeruzalem. Jer. 52:12 Daarna, in de vijfde maand, op den tiende der maand (dit jaar was het negentiende jaar van den koning Nebukadrézar, den koning van Babel), als Nebuzáradan, de overste der trawanten, die voor het aangezicht des konings van Babel stond, te Jeruzalem gekomen was, |
|
2 6Heft uw handen op 7naar het heiligdom, en looft den HEERE. |
| 6 Dat is, roept den Heere aan en bidt voor het volk, als Ps. 28:2. |
| Ps. 28:2 Hoor de stem mijner smekingen als ik tot U roep, als ik mijn handen ophef naar de aanspraakplaats Uwer heiligheid. |
| 7 Te weten naar de ark des Heeren, staande in het heiligdom, vanwaar de Heere de gebeden Zijns volks verhoorde. Anders: in heiligheid, als 1 Tim. 2:8. |
| 1 Tim. 2:8 Ik wil dan dat de mannen bidden in alle plaatsen, opheffende heilige handen zonder toorn en twisting. |
|
3 De HEERE zegene 8u 9uit Sion, Hij Die den hemel en de aarde gemaakt heeft. |
| 8 Dit is gesproken in het enkelvoud, betekenende: De Heere zegene elkeen van ulieden, hoofd voor hoofd. Aldus heeft God den priesters bevolen het volk te zegenen, Num. 6:24. Sommigen verstaan dit als een wens van den psalmist over de priesters die in Gods huis dienden. |
| Num. 6:24 De HEERE zegene u en behoede u; |
| 9 Dat is, van de ark af, die op den berg Sion staat. Zie de aant. Ps. 128 op vers 5. |
| Ps. 128:5 (kt.) De HEERE zal u zegenen uit Sion, en gij zult het goede van Jeruzalem aanschouwen, al de dagen uws levens; |