Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 125 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Psalm 125

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

De vastigheid dergenen die op den Heere vertrouwen. Een gebed voor de godzaligen en tegen de goddelozen.
 
Onwankelbaar vertrouwen
1 EEN 1lied Hammaäloth.
Die op den HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar blijft 2in eeuwigheid.
1 Als Ps. 120:1. verwijsteksten
2 Dat is, zolang als de wereld staat, Matth. 7:24; 16:18. verwijsteksten
 
2 Rondom Jeruzalem zijn bergen; alzo is de HEERE rondom Zijn volk, van nu aan tot in der eeuwigheid.
3 Want 3de scepter der goddeloosheid zal niet rusten 4op het lot der rechtvaardigen, opdat de rechtvaardigen 5hun handen niet uitstrekken tot onrecht.
3 Of: roede, staf, dat is, de vervolgingen en slagen, het geweld en de heerschappij der boze en goddeloze mensen, die zich tot boosheid ten enenmale overgeven en de vromen niet vermogen, zullen niet altoos blijven over de vromen en godzaligen. God bezoekt wel de Zijnen tot Zijn eer en tot hun best, maar Hij verlaat hen niet altoos.
4 Of: over het lot der rechtvaardigen. Dat is, over het land en de lieden dergenen die God eren en vrezen, als Joz. 18:11. 1 Petr. 5:3. verwijsteksten
5 Dat is, door langdurige verzoeking overwonnen zijnde, onbehoorlijke middelen van verlossing bij de hand nemen. Zie Ps. 37 op vers 8. 1 Kor. 10:13. verwijsteksten
 
4 HEERE, doe den goeden wel, en dengenen die oprecht zijn in hun harten.
5 Maar 6die zich neigen tot hun kromme wegen, die zal de HEERE 7weg doen gaan 8met de werkers der ongerechtigheid. 9Vrede zal 10over Israël zijn.
6 Dat is, die niet rechtuit zijn, maar dubbel, geveinsd en verkeerd.
7 Dat is, Hij zal hen doden of straffen.
8 Dat is, Hij zal hen in gelijken graad stellen en evenzowel straffen als degenen die openbaarlijk alle boosheid bedrijven.
9 Of: Vrede zij over Israël, dat is, tijdelijke en eeuwige welvaart.
10 Dat is, over het volk Gods.

Einde Psalm 125