Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 122 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Psalm 122

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

David verblijdt zich over den welstand van het huis of de kerke Gods te Jeruzalem, wensende dat het lang duren moge.
 
De heerlijkheid van Jeruzalem
1 EEN1 lied Hammaäloth, van David.
Ik verblijd mij in degenen die tot mij zeggen: Wij zullen 2in het huis des HEEREN gaan.
1 Zie Ps. 120:1. verwijsteksten
2 Dat is, tot de plaats in de stad Davids, waar de ark was, 1 Kron. 16:1. verwijsteksten
 
2 Onze voeten 3zijn staande in uw poorten, o Jeruzalem.
3 Dat is, mogen staan; wij behoeven nu voortaan niet te reizen van de ene plaats tot de andere, gelijk geschied is ten tijde toen de ark des verbonds geen zekere plaats had; wij zullen haar nu steeds te Jeruzalem bij ons hebben.
 
3 Jeruzalem is gebouwd 4als een stad die wel samengevoegd is;
4 Dat is, als een stad, die welgeordineerd en volmaakt is, hetzij dat men aanziet de gebouwen, 2 Sam. 5:9. 1 Kron. 11:8, hetzij dat men het bestuur of de religie aanziet, Ef. 2:21, 22. verwijsteksten
 
4 Waarheen 5de stammen 6opgaan, de stammen des HEEREN, 7tot de getuigenis 8Israëls, om den Naam des HEEREN te danken.
5 Te weten de twaalf stammen der Israëlieten, wier God de Heere is.
6 Te weten op de jaarfeesten, volgens het bevel Gods in Zijn wet voorgeschreven, Ex. 23:17. Deut. 16:16, 17. verwijsteksten
7 Te weten tot de ark des verbonds, in dewelke de getuigenis, dat is, de tafelen der wet lagen, Ex. 25:21, 22. verwijsteksten
8 Dat is, die aan het volk van Israël van God gegeven is.
 
5 Want 9daar zijn 10de stoelen des gerichts gezet, de stoelen van het huis Davids.
9 Te weten te Jeruzalem.
10 Dat is, de opperste zitplaats van de justitie in het ganse Joodse land. Want Jeruzalem was de hoofdstad van het ganse land, waar de koning en zijn raden hun zitplaats hadden, 2 Kron. 19:8. Anders: daar zaten zij op de stoelen. verwijsteksten
 
6 11Bidt om den vrede van Jeruzalem; wél moeten zij varen die 12u beminnen.
11 Of: Wenst Jeruzalem vrede, dat is, welstand, als Luk. 19:42. verwijsteksten
12 Te weten, o Jeruzalem.
 
7 Vrede zij in uw 13vesting, 14welvaren in uw paleizen.
13 Of: voorburcht, versterking, fort, wallen.
14 Of: rust.
 
8 Om mijner 15broederen en mijner vrienden wil zal 16ik nu spreken: Vrede zij in u.
15 Onder den naam van broederen verstaat de psalmist hier het ganse volk van Israël. Want zij hadden allen één God en Vader in den hemel; en naar het vlees waren zij altegader afkomstig van den oudvader Jakob.
16 Dat is, ik zal God bidden dat Hij u vrede en welvaren geve.
 
9 Om 17des huizes des HEEREN onzes Gods wil zal aik het goede voor u zoeken.
17 Dat is, des tabernakels, 1 Kron. 16:1, en daarna des tempels, die na Davids dood van Salomo gebouwd is. verwijsteksten
a Neh. 2:10. verwijsteksten

Einde Psalm 122