Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Vijfde boetpsalm |
1 EEN gebed des verdrukten, als hij overstelpt is, en zijn klacht uitstort voor het aangezicht des HEEREN. |
2 O HEERE, hoor mijn gebed, en laat mijn geroep tot U komen. |
3 Verberg Uw aangezicht niet voor mij, neig Uw oor tot mij ten dage mijner benauwdheid; ten dage als ik roep, verhoor mij haastelijk. |
4 Want mijn dagen zijn vergaan aals rook, en mijn gebeenten zijn uitgebrand als een haard. a Ps. 37:20.  |
a Ps. 37:20 Caph. Maar de goddelozen zullen vergaan; en de vijanden des HEEREN zullen verdwijnen, als het kostelijkste der lammeren; met den rook zullen zij verdwijnen. |
5 Mijn hart is geslagen en verdord als gras, zodat ik vergeten heb mijn brood te eten. |
6 Mijn gebeente kleeft aan mijn vlees, vanwege de stem mijns zuchtens. |
7 Ik ben een roerdomp der woestijn gelijk geworden, ik ben geworden als een steenuil der wildernissen. |
8 Ik waak, en ben geworden als een eenzame mus op het dak. |
9 Mijn vijanden smaden mij al den dag; die tegen mij razen, zweren bij mij. |
10 Want ik eet as als brood, en vermeng mijn drank met tranen, |
11 Vanwege Uw verstoordheid en Uw groten toorn; want Gij hebt mij verheven en mij weder nedergeworpen. |
12 Mijn dagen zijn als een afgaande schaduw, en ik verdor als gras. |
13 Maar Gij, HEERE, blijft in eeuwigheid, en Uw gedachtenis van geslacht tot geslacht. |
14 Gij zult opstaan, Gij zult U ontfermen over Sion, want de tijd om haar genadig te zijn, want de bestemde tijd is gekomen. |
15 Want Uw knechten hebben een welgevallen aan haar stenen, en hebben medelijden met haar gruis. |
16 Dan zullen de heidenen den Naam des HEEREN vrezen, en alle koningen der aarde Uw heerlijkheid, |
17 Als de HEERE Sion zal opgebouwd hebben, in Zijn heerlijkheid zal verschenen zijn, |
18 Zich gewend zal hebben tot het gebed desgenen die gans ontbloot is, en niet versmaad hebben hunlieder gebed. |
19 Dat zal beschreven worden voor het navolgende geslacht; en het volk dat geschapen zal worden, zal den HEERE loven; |
20 Omdat Hij uit de hoogte Zijns heiligdoms zal hebben nederwaarts gezien, dat de HEERE uit den hemel op de aarde geschouwd zal hebben, |
21 Om het zuchten der gevangenen te horen, om los te maken de kinderen des doods; |
22 Opdat men den Naam des HEEREN vertelle te Sion, en Zijn lof te Jeruzalem, |
23 Wanneer de volken tezamen zullen vergaderd worden, ook de koninkrijken, om den HEERE te dienen. |
24 Hij heeft mijn kracht op den weg ternedergedrukt, mijn dagen heeft Hij verkort. |
25 Ik zeide: Mijn God, neem mij niet weg in het midden mijner dagen; Uw jaren zijn van geslacht tot geslacht. |
26 Gij hebt voormaals de aarde gegrond, en de hemelen zijn het werk Uwer handen. |
27 Die zullen vergaan, maar Gij zult staande blijven, en zij alle zullen als een kleed verouden, bGij zult ze veranderen als een gewaad, en zij zullen veranderd zijn. b Hebr. 1:12.  |
b Hebr. 1:12 En als een dekkleed zult Gij ze ineenrollen, en zij zullen veranderd worden; maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet ophouden. |
28 Maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet geëindigd worden. |
29 De kinderen Uwer knechten zullen wonen, en hun zaad zal voor Uw aangezicht bevestigd worden. |