Statenvertaling.nl

sample header image

Job 36 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Job 36

Dit hoofdstuk voorgelezen (v):

 

Elihu bewijst Gods gerechtigheid
1 ELIHU ging nog voort en zeide:
2 Verbeid mij een weinig, en ik zal u aanwijzen, dat er nog redenen voor God zijn.
3 Ik zal mijn gevoelen van verre ophalen, en mijn Schepper gerechtigheid toewijzen.
4 Want voorwaar, mijn woorden zullen geen valsheid zijn; een die oprecht is van gevoelen, is bij u.
5 aZie, God is geweldig, nochtans versmaadt Hij niet; geweldig is Hij in kracht des harten. a Job 9:4; 12:13, 16; 37:23; 38; enz. verwijsteksten
6 Hij laat den goddeloze niet leven, en het recht der ellendigen beschikt Hij.
7 bHij onttrekt Zijn ogen niet van den rechtvaardige, maar met de koningen zijn zij in den troon; cdaar zet Hij hen voor altoos, en zij worden verheven. b Ps. 33:18; 34:16. c Ps. 113:8. verwijsteksten
8 En zo zij, gebonden zijnde in boeien, vastgehouden worden met banden der ellende,
9 Dan geeft Hij hun hun werk te kennen, en hun overtredingen, omdat zij de overhand genomen hebben;
10 En Hij openbaart het voor hunlieder oor ter tucht, en zegt dat zij zich van de ongerechtigheid bekeren zouden.
11 Indien zij horen en Hem dienen, zo zullen zij hun dagen eindigen in het goede, en hun jaren in lieflijkheden.
12 Maar zo zij niet horen, zo gaan zij door het zwaard door, en zij geven den geest zonder kennis.
13 En die met het hart huichelachtig zijn, leggen toorn op; zij roepen niet, als Hij hen gebonden heeft.
14 dHun ziel zal in de jonkheid sterven, en hun leven onder de schandjongens. d Job 22:16. verwijsteksten
15 Hij zal den ellendige in zijn ellende vrijmaken, en in de onderdrukking zal Hij het voor hunlieder oor openbaren.
16 Alzo zou Hij ook u afgekeerd hebben van den mond des angstes tot de ruimte, onder dewelke geen benauwing zou geweest zijn; en ehet gerecht uwer tafel zou vol vettigheid geweest zijn. e Ps. 23:5. verwijsteksten
17 Maar gij hebt het gericht des goddelozen vervuld; het gericht en het recht houden u vast.
18 Omdat er grimmigheid is, wacht u, dat Hij u misschien niet met een klop wegstote; zodat u een groot rantsoen er niet zou afbrengen.
19 Zou Hij uw rijkdom achten, dat gij niet in benauwdheid zoudt zijn; of enige versterkingen van kracht?
20 Haak niet naar dien nacht, als de volken van hun plaats opgenomen worden.
21 Wacht u, wend u niet tot ongerechtigheid; overmits gij ze in dezen verkoren hebt, uit oorzaak van de ellende.
22 Zie, God verhoogt door Zijn kracht; wie is een Leraar gelijk Hij?
23 fWie heeft Hem gesteld over Zijn weg? Of wie heeft gezegd: gGij hebt onrecht gedaan? f Job 34:13. g Deut. 32:4. 2 Kron. 19:7. Job 8:3; 34:10. Rom. 9:14. verwijsteksten
24 Gedenk dat gij Zijn werk grootmaakt, hetwelk de lieden aanschouwen.
25 Alle mensen zien het aan; de mens schouwt het van verre.
26 Zie, God is groot, en wij begrijpen het niet; her is ook geen onderzoeking van het getal Zijner jaren. h Ps. 90:2; 92:9; 93:2; 102:13. Jes. 63:16. Klgld. 5:19. Dan. 6:27. Hebr. 1:12. verwijsteksten
27 Want Hij trekt de druppelen der wateren op, die den regen na Zijn damp uitgieten,
28 Welken de wolken uitgieten, en afdruipen over den mens overvloediglijk.
29 Kan men ook verstaan de uitbreidingen der wolken, en de krakingen Zijner hut?
30 Zie, Hij breidt over hem Zijn licht uit, en de wortelen der zee bedekt Hij.
31 iWant daardoor richt Hij de volken; Hij geeft spijze in overvloed. i Job 37:13. verwijsteksten
32 Met handen bedekt Hij het licht, en doet aan hetzelve verbod door degene die tussendoor komt.
33 Daarvan verkondigt Zijn geklater, en het vee, ook van den opgaanden damp.

Einde Job 36