Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Alleen bij God is wijsheid |
1 GEWISSELIJK, er is voor het zilver een uitgang, en een plaats voor het goud, dat zij smelten. |
2 Het ijzer wordt uit stof genomen, en uit
steen wordt koper gegoten. |
3 Het einde dat God gesteld heeft voor de duisternis, en al het uiterste onderzoekt hij; het gesteente der donkerheid en der schaduw des doods. |
4 Breekt er een beek door, bij dengene die daar woont, de wateren
vergeten zijnde van den voet, worden van den mens uitgeput en gaan weg. |
5 Uit de aarde komt het brood voort, en onder haar wordt zij veranderd alsof zij vuur ware. |
6 Haar stenen zijn de plaats van den saffier, en zij heeft stofjes van goud. |
7 De roofvogel heeft het pad niet gekend, en het oog der kraai heeft het niet gezien. |
8 De jonge hoogmoedige dieren hebben het niet betreden, de felle leeuw is daarover niet heen gegaan. |
9 Hij legt zijn hand aan de keiachtige rots, hij keert de bergen van den wortel om. |
10 In de rotsstenen houwt hij stromen uit, en zijn oog ziet al het kostelijke. |
11 Hij bindt de rivieren toe, dat niet een traan uitkomt, en het verborgene brengt hij uit in het licht. |
12 Maar de wijsheid, vanwaar zal zij gevonden worden? En waar is de plaats des verstands? |
13 De mens weet haar waarde niet, en zij wordt niet gevonden in het land der levenden. |
14 aDe afgrond zegt: Zij is in mij niet. En de zee zegt: Zij is niet bij mij. a Job 28:22. |
a vers 22 Het verderf en de dood zeggen: Haar gerucht hebben wij met onze oren gehoord. |
15 bHet gesloten goud kan voor haar niet gegeven worden, en met zilver kan haar prijs niet worden opgewogen. b Spr. 3:14; 8:11, 19; 16:16. |
b Spr. 3:14 Want haar koophandel is beter dan de koophandel van zilver, en haar inkomst dan het uitgegraven goud. Spr. 8:11 Want wijsheid is beter dan robijnen; en al wat men begeren mag, is met haar niet te vergelijken. Spr. 8:19 Mijn vrucht is beter dan uitgegraven goud en dan dicht goud, en Mijn inkomen dan uitgelezen zilver. Spr. 16:16 Hoeveel beter is het wijsheid te bekomen dan uitgegraven goud, en uitnemender, verstand te bekomen dan zilver! |
16 Zij kan niet geschat worden tegen fijn goud van Ofir, tegen den kostelijken schoham of den saffier. |
17 Men kan het goud of het kristal haar niet gelijk waarderen; ook is zij niet te verwisselen voor een kleinood van dicht goud. |
18 De ramoth en gabisch zal niet gedacht worden, want de trek der wijsheid is meerder dan der robijnen. |
19 Men kan den topaas van Morenland haar niet gelijk waarderen, en bij het fijn louter goud kan zij niet geschat worden. |
20 cDe wijsheid dan, vanwaar komt zij, en waar is de plaats des verstands? c Job 28:12. |
c vers 12 Maar de wijsheid, vanwaar zal zij gevonden worden? En waar is de plaats des verstands? |
21 Want zij is verholen voor de ogen aller levenden, en voor het gevogelte des hemels is zij verborgen. |
22 dHet verderf en de dood zeggen: Haar gerucht hebben wij met onze oren gehoord. d Job 28:14. |
d vers 14 De afgrond zegt: Zij is in mij niet. En de zee zegt: Zij is niet bij mij. |
23 God verstaat haar weg, en Hij weet haar plaats. |
24 Want Hij schouwt tot aan de einden der aarde, Hij ziet onder al de hemelen. |
25 Als Hij den wind het gewicht maakte, en ede wateren opwoog in mate; e Spr. 8:29. |
e Spr. 8:29 Toen Hij de zee haar perk zette, opdat de wateren Zijn bevel niet zouden overtreden, toen Hij de grondvesten der aarde stelde, |
26 Als Hij den regen een gezette orde maakte, en een weg voor het weerlicht der donderen, |
27 Toen zag Hij haar en vertelde haar; Hij schikte haar en ook doorzocht Hij haar. |
28 Maar tot den mens heeft Hij gezegd: Zie, fde vreze des Heeren is de wijsheid, en van het kwade te wijken is het verstand. f Ps. 111:10. Spr. 1:7; 9:10. |
f Ps. 111:10 Resch. De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid; Schin. allen die ze doen, hebben goed verstand; Thau. Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid. Spr. 1:7 De vreze des HEEREN is het beginsel der wetenschap; de dwazen verachten wijsheid en tucht. Spr. 9:10 De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid, en de wetenschap der heiligen is verstand. |