Statenvertaling.nl

sample header image

Job 12 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Job 12

Dit hoofdstuk voorgelezen (v):

 

Job berispt zijn vrienden
1 MAAR Job antwoordde en zeide:
2 Trouwens, omdat gijlieden het volk zijt, zo zal de wijsheid met ulieden sterven.
3 Ik heb ook een hart, evenals gijlieden, ik zwicht niet voor u; en bij wien zijn niet dergelijke dingen?
4 aIk ben het die zijn vriend een spot is, maar roepende tot God, Die hem verhoort; bde rechtvaardige en oprechte is een spot. a Job 16:10; 17:2; 21:3; 30:1. b Spr. 14:2. verwijsteksten
5 Hij is een verachte fakkel, naar de mening desgenen die gerust is; hij is gereed met den voet te struikelen.
6 De tenten der verwoesters chebben rust, en die God tergen, hebben verzekerdheden, om hetgeen dat God met Zijn hand toebrengt. c Job 21:7. Ps. 73:11, 12. Jer. 12:1. Hab. 1:3, 4. verwijsteksten
7 En waarlijk, vraag toch den beesten, en elkeen van die zal het u leren; en het gevogelte des hemels, dat zal het u te kennen geven.
8 Of spreek tot de aarde, en zij zal het u leren; ook zullen het u de vissen der zee vertellen.
9 Wie weet niet uit al deze, dat de hand des HEEREN dit doet?
10 In Wiens hand de ziel is van al wat leeft, en de geest van alle vlees des mensen.
11 dZal niet het oor de woorden proeven, gelijk het gehemelte voor zich de spijze smaakt? d Job 6:30; 34:3. verwijsteksten
12 In de stokouden is de wijsheid, en in de langheid der dagen het verstand.
13 Bij Hem is wijsheid en macht; Hij heeft raad en verstand.
14 Zie, Hij breekt af en het zal niet herbouwd worden; eHij besluit iemand en er zal niet opengedaan worden. e Job 9:12; 11:10. Openb. 3:7. verwijsteksten
15 Zie, Hij houdt de wateren op en zij drogen uit; ook laat Hij ze uit en zij keren de aarde om.
16 Bij Hem is kracht en wijsheid; Zijne is de dwalende en die doet dwalen.
17 fHij voert de raadsheren beroofd weg, gen de rechters maakt Hij uitzinnig. f 2 Sam. 15:31; 17:14, 23. Jes. 19:12; 29:14. 1 Kor. 1:19. g 2 Sam. 15:31. verwijsteksten
18 Den band der koningen maakt Hij los, en Hij bindt den gordel aan hun lendenen.
19 Hij voert de oversten beroofd weg, en de machtigen keert Hij om.
20 hHij beneemt den getrouwen de spraak, en der ouden oordeel neemt Hij weg. h Job 32:9. Jes. 3:2, 3. verwijsteksten
21 iHij giet verachting over de prinsen uit, en Hij verslapt den riem der geweldigen. i Ps. 107:40. verwijsteksten
22 Hij openbaart de diepten uit de duisternis, en des doods schaduw kbrengt Hij voort in het licht. k Matth. 10:26. 1 Kor. 4:5. verwijsteksten
23 lHij vermenigvuldigt de volken en verderft hen; Hij breidt de volken uit en leidt hen. l Ps. 107:38. verwijsteksten
24 Hij neemt het hart van de hoofden des volks der aarde weg, en doet hen mdwalen in het woeste, waar geen weg is. m Ps. 107:4, 40. verwijsteksten
25 Zij tasten in de duisternis, waar geen licht is, en Hij doet hen dwalen als een dronkaard.

Einde Job 12