Statenvertaling.nl

sample header image

Esther 7 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Esther 7

Dit hoofdstuk voorgelezen (v):

 

De val van Haman
1 TOEN de koning met Haman gekomen was om te drinken met de koningin Esther,
2 Zo zeide de koning tot Esther ook ten tweeden dage op den maaltijd des wijns: Wat is uw bede, koningin Esther? en zij zal u gegeven worden; en wat is uw verzoek? het zal geschieden, ook tot de helft des koninkrijks.
3 Toen antwoordde de koningin Esther en zeide: Indien ik, o koning, genade in uw ogen gevonden heb en indien het den koning goeddunkt, men geve mij mijn leven om mijner bede wil, en mijn volk om mijns verzoeks wil.
4 Want wij zijn verkocht, ik en mijn volk, dat men ons verdelge, dode en ombrenge. Indien wij nog tot knechten en tot dienstmaagden waren verkocht geweest, ik zou gezwegen hebben, ofschoon de onderdrukker de schade des konings geenszins zou kunnen vergoeden.
5 Toen sprak de koning Ahasvéros en zeide tot de koningin Esther: Wie is die en waar is diezelve, die zijn hart vervuld heeft om alzo te doen?
6 En Esther zeide: De man, de onderdrukker en vijand is deze boze Haman. Toen verschrikte Haman voor het aangezicht des konings en der koningin.
7 En de koning stond op in zijn grimmigheid van den maaltijd des wijns en ging naar den hof van het paleis. En Haman bleef staan om van de koningin Esther aangaande zijn leven verzoek te doen, want hij zag dat het kwaad van den koning over hem ten volle besloten was.
8 Toen de koning wederkwam uit den hof van het paleis in het huis van den maaltijd des wijns, zo was Haman gevallen op het bed waarop Esther was. Toen zeide de koning: Zou hij ook wel de koningin verkrachten bij mij in het huis? Het woord ging uit des konings mond en zij bedekten Hamans aangezicht.
9 En aCharbóna, een van de kamerlingen, voor het aanschijn des konings staande, zeide: Ook zie, de galg welke Haman gemaakt heeft voor Mórdechai, die goed voor den koning gesproken heeft, staat bij Hamans huis, vijftig ellen hoog. Toen zeide de koning: Hangt hem daaraan. a Esth. 1:10. verwijsteksten
10 Alzo hingen zij Haman aan de galg die hij voor Mórdechai had doen bereiden; en de grimmigheid des konings werd gestild.

Einde Esther 7