Statenvertaling.nl

sample header image

2 Kronieken 15 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

2 Kronieken 15

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

De profetie van Azária
1 TOEN kwam de Geest Gods op Azária, den zoon van Oded.
2 En hij ging uit, Asa tegen, en hij zeide tot hem: Hoort mij, Asa en gans Juda, en Benjamin. De HEERE is met ulieden, terwijl gij met Hem zijt; en azo gij Hem zoekt, Hij zal van u gevonden worden, bmaar zo gij Hem verlaat, Hij zal u verlaten. a 1 Kron. 28:9. 2 Kron. 33:12. Matth. 7:7. b 2 Kron. 24:20. verwijsteksten
3 cIsraël nu is vele dagen geweest zonder den waren God en zonder een lerenden priester en zonder de wet. c Hos. 3:4. verwijsteksten
4 dMaar als zij zich in hun nood bekeerden tot den HEERE, den God Israëls, en Hem zochten, zo werd Hij van hen gevonden. d Deut. 4:29. verwijsteksten
5 En in die tijden was er geen vrede voor dengene die uitging en dengene die inkwam; maar vele beroerten waren over al de inwoners van die landen,
6 Dat volk tegen volk en stad tegen stad in stukken gestoten werden; want God had hen met allen angst verschrikt.
7 Daarom, weest gij sterk en laat uw handen niet verslappen, want er is loon naar uw werk.
 
De reformatie onder Asa
8 Als nu Asa deze woorden hoorde en de profetie van den profeet Oded, sterkte hij zich en hij deed weg de verfoeiselen uit het ganse land van Juda en Benjamin, en uit de steden die hij van het gebergte van Efraïm genomen had, en vernieuwde het altaar des HEEREN, dat voor het voorhuis des HEEREN was.
9 En hij vergaderde het ganse Juda en Benjamin, en de vreemdelingen met hen uit Efraïm en Manasse en uit Simeon; want uit Israël vielen zij tot hem in menigte, als zij zagen dat de HEERE zijn God met hem was.
10 En zij vergaderden zich te Jeruzalem in de derde maand, in het vijftiende jaar van het koninkrijk van Asa.
11 En zij offerden den HEERE ten zelven dage van den roof dien zij gebracht hadden, zevenhonderd runderen en zevenduizend schapen.
12 En zij etraden in een verbond, dat zij den HEERE, den God hunner vaderen, zoeken zouden, met hun ganse hart en met hun ganse ziel. e Joz. 24:15. Neh. 10:29. verwijsteksten
13 En al wie den HEERE, den God Israëls, niet zou zoeken, fzou gedood worden, van den kleine tot den grote en van den man tot de vrouw toe. f Deut. 13:9. verwijsteksten
14 En zij zwoeren den HEERE met luider stem en met gejuich, desgelijks met trompetten en met bazuinen.
15 En gans Juda was verblijd over dezen eed; want zij hadden met hun ganse hart gezworen en met hun gansen wil Hem gezocht, en Hij werd van hen gevonden, en de HEERE gaf hun rust rondom heen.
16 Aangaande ook Máächa, de moeder van den koning Asa, hij zette haar af, dat zij geen gkoningin ware, omdat zij een afgrijselijken afgod in een bos gemaakt had; ook roeide Asa haar afgrijselijken afgod uit en verbrijzelde en verbrandde hem aan de beek Kidron. g 1 Kon. 15:13. verwijsteksten
17 De hoogten werden wel niet weggenomen uit Israël, het hart van Asa nochtans was volkomen al zijn dagen.
18 En hij bracht in het huis Gods de geheiligde dingen zijns vaders en zijn geheiligde dingen, zilver en goud en vaten.
19 En er was geen oorlog, tot in het vijf en dertigste jaar van het koninkrijk van Asa.

Einde 2 Kronieken 15