Statenvertaling.nl

sample header image

2 Kronieken 14 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

2 Kronieken 14

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

Asa koning van Juda
1 ZO ontsliep Abía met zijn vaderen en zij begroeven hem in de stad Davids; en azijn zoon Asa werd koning in zijn plaats. In zijn dagen was het land tien jaren stil. a 1 Kon. 15:8, enz. verwijsteksten
2 En Asa deed wat goed en wat recht was in de ogen des HEEREN zijns Gods.
3 Want bhij nam de altaren der vreemden en de hoogten weg, en brak de opgerichte beelden, en hieuw de bossen af. b 1 Kon. 15:13. verwijsteksten
4 En hij zeide tot Juda, dat zij den HEERE, den God hunner vaderen, zoeken, en dat zij de wet en het gebod doen zouden.
5 Hij nam ook weg uit alle steden van Juda de hoogten en de zonnebeelden; en het koninkrijk was voor hem stil.
6 Daartoe bouwde hij vaste steden in Juda; want het land was stil en er was geen oorlog in die jaren tegen hem, dewijl de HEERE hem rust gaf.
7 Want hij zeide tot Juda: Laat ons deze steden bouwen en muren daarom trekken, en torens, deuren en grendels, terwijl het land nog is voor ons aangezicht; want wij hebben den HEERE onzen God gezocht, wij hebben Hem gezocht en Hij heeft ons rondom heen rust gegeven. Zo bouwden zij en hadden voorspoed.
8 Asa nu had een heir van driehonderdduizend uit Juda, rondas en spies dragende, en tweehonderd en tachtig duizend uit Benjamin, het schild dragende en den boog spannende; al dezen waren kloeke helden.
9 cEn Zerah, de Moor, kwam tegen hen uit met een heir van duizend maal duizend, en driehonderd wagens; en hij kwam tot Marésa toe. c 2 Kron. 16:8. verwijsteksten
10 Toen toog Asa tegen hem uit; en zij stelden de slagorde in het dal Zefáta bij Marésa.
11 En Asa riep tot den HEERE zijn God, en zeide: HEERE, het is niets bij U te helpen dhetzij den machtige, hetzij den krachteloze; help ons, o HEERE onze God; want wij steunen op U, en in Uw Naam zijn wij gekomen tegen deze menigte. O HEERE, Gij zijt onze God; laat den sterfelijken mens tegen U niets vermogen. d 1 Sam. 14:6. verwijsteksten
12 En de HEERE plaagde de Moren voor Asa en voor Juda; en de Moren vloden.
13 Asa nu en het volk dat met hem was, jaagden hen na tot Gerar toe; en zovelen vielen er van de Moren, dat er voor hen geen hervatting was; want zij waren verbroken voor den HEERE en voor Zijn leger; en zij droegen zeer veel roof daarvan.
14 En zij sloegen alle steden rondom Gerar, want de verschrikking des HEEREN was over hen; en zij beroofden al de steden, omdat veel roof in dezelve was.
15 En zij sloegen ook de tenten van het vee en voerden weg schapen in menigte en kemels, en kwamen weder te Jeruzalem.

Einde 2 Kronieken 14