Statenvertaling.nl

sample header image

1 Kronieken 20 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

1 Kronieken 20

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

Zie den inhoud van dit hoofdstuk 2 Sam. 11:1; 12:26; hoofdstuk 21.
 
David verovert Rabba
1 HET1 geschiedde nu ten tijde van de wederkomst des jaars, ten tijde als de koningen 2uittrokken, zo voerde Joab de heirkracht en hij verdierf het land der kinderen Ammons, en hij kwam en belegerde 3Rabba; maar David bleef te Jeruzalem. En Joab sloeg Rabba en 4verwoestte ze.
1 Zie de nadere verklaring van verscheidene duistere plaatsen van dit hoofdstuk 2 Sam. 11:1, enz.; 12:26, enz. verwijsteksten
2 Te weten te velde, met hun heirlegers.
3 De hoofdstad der Ammonieten. Zie 2 Sam. 12:26, 29. verwijsteksten
4 Dat is, hij destrueerde de stad en wierp ze te gronde.
 
2 5En David nam de kroon huns konings van zijn hoofd, en hij bevond haar in gewicht een talent goud, en daar was edelgesteente aan, en zij werd op Davids hoofd gezet; 6en hij voerde zeer veel roof uit de stad.
5 Zie 2 Sam. 12:27, enz. verwijsteksten
6 Hebr. en den roof der stad voerde hij uit, gans veel, of die zeer veel was.
 
3 Hij voerde ook het volk uit dat daarin was, en ahij zaagde hen met de zaag en met ijzeren dorswagens 7en met bijlen; en alzo deed David aan al de steden der kinderen Ammons. Toen keerde David weder met al het volk naar Jeruzalem.
a 2 Sam. 12:31. verwijsteksten
7 Anders: ja, met zagen.
 
Overwinningen op de Filistijnen
4 En het geschiedde daarna, als de krijg met de Filistijnen te 8Gezer opstond, toen sloeg Síbbechai, de Husathiet, 9Sippai, die van de kinderen van 10Rafa was, en 11zij werden ten onder gebracht.
8 Zie 2 Sam. 5:25; 21:18. verwijsteksten
9 Hij wordt Saf genoemd 2 Sam. 21:18. verwijsteksten
10 Zie Deut. 2:11. verwijsteksten
11 Te weten de Filistijnen.
 
5 Daarna was er nog een krijg tegen de Filistijnen, en Elhanan, de zoon van 12Jaïr, versloeg Lachmi, den broeder van Goliath, den Gethiet, wiens spieshout was als een weversboom.
12 Hij wordt Jaäre-Oregim genoemd 2 Sam. 21:19. verwijsteksten
 
6 Daarna was er nog een krijg te Gath; en daar was 13een zeer lang man, en 14zijn vingers waren zes en zes, vier en twintig, en hij was ook aan Rafa geboren.
13 Hebr. een man van maat; dat is, waar veel aan te meten was, dat is, een zeer groot of lang man, als Num. 13:32. 2 Sam. 21:20. verwijsteksten
14 Dat is, hij had aan iedere hand zes vingers en aan iedere voet zes tenen, makende tezamen vier en twintig, zo vingers als tenen.
 
7 En 15hij hoonde Israël; maar Jónathan, de zoon van 16Símea, den broeder van David, versloeg hem.
15 Zie 1 Sam. 17:10. verwijsteksten
16 Anders: Samma, 1 Sam. 16:9. verwijsteksten
 
8 Dezen waren Rafa geboren te Gath; en 17zij vielen door de hand van David en door de hand zijner knechten.
17 Zie 2 Sam. 21 op vers 22. verwijsteksten

Einde 1 Kronieken 20