Statenvertaling.nl

sample header image

1 Kronieken 13 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

1 Kronieken 13

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

1 EN David hield raad met de oversten der duizenden en der honderden en met alle vorsten.
2 En David zeide tot de ganse gemeente Israëls: Indien het ulieden goed dunkt en van den HEERE onzen God te zijn, laat ons ons uitbreiden, laat ons zenden aan onze overige broeders in alle landen van Israël, en de priesters en Levieten, die met hen zijn in de steden met hun voorsteden, opdat zij tot ons vergaderd worden.
3 En laat ons de ark onzes Gods tot ons wederhalen, want wij hebben ze in de dagen van Saul niet gezocht.
4 Toen zeide de ganse gemeente, dat men alzo doen zou; want die zaak was recht in de ogen des gansen volks.
5 David dan vergaderde gans Israël van den Egyptischen Sichor af tot waar men komt te Hamath, om de ark Gods te brengen van Kirjath-Jeárim.
6 Toen toog David op met het ganse Israël naar Báäla, dat is naar Kirjath-Jeárim, hetwelk in Juda is, dat hij vandaar ophaalde de ark Gods des HEEREN, Die tussen de cherubs woont, waar de Naam wordt aangeroepen.
7 En zij voerden de ark Gods op een nieuwen wagen uit het huis van Abinádab. Uza nu en Ahío leidden den wagen.
8 En David en gans Israël speelden voor het aangezicht Gods met alle macht, zo met liederen als met harpen en met luiten en met trommels en met cimbalen en met trompetten.
9 Toen zij aan den dorsvloer van Chidon gekomen waren, zo strekte Uza zijn hand uit om de ark te houden, want de runderen struikelden.
10 Toen ontstak de toorn des HEEREN over Uza en Hij sloeg hem, omdat hij zijn hand had uitgestrekt aan de ark; en hij stierf aldaar voor het aangezicht Gods.
11 En David ontstak, dat de HEERE een scheur gescheurd had aan Uza; daarom noemde hij diezelve plaats Pérez-Uza, tot op dezen dag.
12 En David vreesde den HEERE te dien dage, zeggende: Hoe zal ik de ark Gods tot mij brengen?
13 Daarom liet David de ark niet tot zich brengen in de stad Davids, maar deed ze afwijken in het huis van Obed-Edom, den Gethiet.
14 Alzo bleef de ark Gods bij het huisgezin van Obed-Edom, in zijn huis, drie maanden; en de HEERE zegende het huis van Obed-Edom en alles wat hij had.

Einde 1 Kronieken 13