Statenvertaling.nl

sample header image

2 Timotheüs 4 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

2 Timotheüs 4

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

1 IKa betuig dan voor God en den Heere Jezus Christus, Die de levenden en doden oordelen zal in Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk: a Rom. 1:9; 9:1. 2 Kor. 1:23; 11:31. Gal. 1:20. Filipp. 1:8. 1 Thess. 2:5. 1 Tim. 5:21; 6:13. verwijsteksten
2 Predik het Woord; houd aan tijdiglijk, ontijdiglijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer.
3 Want er zal een tijd zijn wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar ketelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen naar hun eigen begeerlijkheden,
4 En zullen hun gehoor van de waarheid afwenden en zullen zich keren tot fabelen.
5 Maar gij, wees wakker in alles, lijd verdrukkingen; doe het werk van een evangelist; maak dat men van uw dienst ten volle verzekerd zij.
 
Paulus voorziet zijn heengaan
6 bWant ik word nu tot een drankoffer geofferd, en de tijd mijner ontbinding is aanstaande. b 2 Petr. 1:14. verwijsteksten
7 Ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb den loop geëindigd, ik heb het geloof behouden;
8 cVoorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen die Zijn verschijning liefgehad hebben. c 1 Kor. 9:25. 1 Petr. 5:4. verwijsteksten
 
Mededelingen en opdrachten
9 Benaarstig u haastelijk tot mij te komen.
10 Want dDémas heeft mij verlaten, hebbende de tegenwoordige wereld liefgekregen, en is naar Thessaloníca gereisd; Crescens naar Galátië, Titus naar Dalmatië. d Kol. 4:14. Filem. vs. 24. verwijsteksten
11 eLukas is alleen met mij. Neem fMarkus mede en breng hem met u; want hij is mij zeer nut tot den dienst. e Kol. 4:14. f Hand. 15:37. Kol. 4:10. Filem. vs. 24. verwijsteksten
12 gMaar Týchikus heb ik naar Éfeze gezonden. g Hand. 20:4. Kol. 4:7. verwijsteksten
13 Breng den reismantel mede dien ik te Tróas bij Carpus gelaten heb, als gij komt, en de boeken, inzonderheid de perkamenten.
14 hAlexander, de kopersmid, heeft mij veel kwaad betoond; de Heere vergelde hem naar zijn werken. h 1 Tim. 1:20. verwijsteksten
15 Van welken wacht gij u ook, want hij heeft onze woorden zeer tegengestaan.
16 In mijn eerste verantwoording is niemand bij mij geweest, maar zij hebben mij allen verlaten. Het worde hun niet toegerekend.
17 Maar de Heere heeft mij bijgestaan en heeft mij bekrachtigd; opdat men door mij ten volle zou verzekerd zijn van de prediking, en alle heidenen dezelve zouden horen; en ik ben uit den muil des leeuws verlost.
18 En de Heere zal mij verlossen van alle boos werk, en bewaren tot Zijn hemels Koninkrijk. Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.
 
Groeten en zegenbede
19 Groet iPrisca en Áquila en het huis van Onesíforus. i Hand. 18:2. Rom. 16:3. verwijsteksten
20 Erástus is te Korinthe gebleven, en Trófimus heb ik te Miléte krank gelaten.
21 Benaarstig u om vóór den winter te komen. U groet Eubúlus, en Púdens, en Linus, en Claudia, en al de broeders.
22 De Heere Jezus Christus zij met uw geest. De genade zij met ulieden. Amen.

Einde 2 Timotheüs 4