Statenvertaling.nl

sample header image

Galaten 4 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Galaten 4

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

De aanneming tot kinderen
1 DOCH ik zeg, zo langen tijd als de erfgenaam een kind is, zo verschilt hij niets van een dienstknecht, hoewel hij een heer is van alles;
2 Maar hij is onder voogden en verzorgers, tot den tijd van den vader tevoren gesteld.
3 Alzo wij ook, toen wij kinderen waren, zo waren wij dienstbaar gemaakt onder de eerste beginselen der wereld.
4 aMaar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, bgeworden onder de wet, a Gen. 49:10. Dan. 9:24. b Matth. 5:17. verwijsteksten
5 Opdat Hij degenen die onder de wet waren, verlossen zou, cen opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden. c Joh. 1:12. Gal. 3:26. verwijsteksten
6 dEn overmits gij kinderen zijt, zo heeft God den Geest Zijns Zoons uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader. d Rom. 8:15. verwijsteksten
7 Zo dan, gij zijt niet meer een dienstknecht, maar een zoon; en indien gij een zoon zijt, zo zijt gij ook een erfgenaam Gods door Christus.
 
Herinnering aan de eerste liefde
8 Maar toen, als gij God niet kendet, diendet gij degenen edie van nature geen goden zijn; e 1 Kor. 8:4. verwijsteksten
9 En nu, als gij God kent, ja, veelmeer van God gekend zijt, fhoe keert gij u wederom tot de zwakke en arme eerste beginselen, welke gij wederom van voren aan wilt dienen? f Kol. 2:20. verwijsteksten
10 gGij onderhoudt dagen, en maanden, en tijden, en jaren. g Rom. 14:5. Kol. 2:16. verwijsteksten
11 Ik vrees voor u, dat ik niet enigszins tevergeefs aan u gearbeid heb.
12 Weest gij als ik, want ook ik ben als gij; broeders, ik bid u; gij hebt mij geen ongelijk gedaan.
13 En gij weet dat ik u door zwakheid des vleses het Evangelie de eerste maal verkondigd heb;
14 En mijn verzoeking, die in mijn vlees geschiedde, hebt gij niet veracht, noch verfoeid, maar gij naamt mij aan hals een engel Gods, ija, als Christus Jezus. h Mal. 2:7. i Matth. 10:40. Joh. 13:20. verwijsteksten
15 Welke was dan uw gelukachting! Want ik geef u getuigenis dat gij, zo het mogelijk ware, uw ogen zoudt uitgegraven en mij gegeven hebben.
16 Ben ik dan uw vijand geworden, u de waarheid zeggende?
17 kZij ijveren niet recht over u, maar zij willen ons uitsluiten, opdat gij over hen zoudt ijveren. k Rom. 10:2. 2 Kor. 11:12. verwijsteksten
18 Doch in het goede allen tijd te ijveren is goed, en niet alleenlijk als ik bij u tegenwoordig ben,
19 lMijne kinderkens, die ik wederom arbeid te baren, totdat Christus een gestalte in u krijge. l 1 Kor. 4:15. Filem. vs. 10. Jak. 1:18. verwijsteksten
20 Doch ik wilde dat ik nu tegenwoordig bij u was, en mijn stem mocht veranderen; want ik ben in twijfel over u.
 
Hagar en Sara, voorbeelden van de twee verbonden
21 Zegt mij, gij die onder de wet wilt zijn, hoort gij de wet niet?
22 Want er is geschreven, dat Abraham twee zonen had, méén uit de dienstmaagd nen één uit de vrije. m Gen. 16:15. n Gen. 21:2. Hand. 7:8. Hebr. 11:11. verwijsteksten
23 oMaar gene, die uit de dienstmaagd was, is naar het vlees geboren geweest; doch deze, die uit de vrije was, door de beloftenis. o Joh. 8:39. Rom. 9:7. verwijsteksten
24 Hetwelk dingen zijn die andere beduiding hebben. Want deze zijn de twee verbonden: het ene van den berg Sinaï, tot dienstbaarheid barende, hetwelk is Hagar.
25 Want dit, namelijk Hagar, is Sinaï, een berg in Arabië, en komt overeen met Jeruzalem dat nu is, en dienstbaar is met haar kinderen.
26 pMaar Jeruzalem dat boven is, dat is vrij, hetwelk is ons aller moeder. p Openb. 21:2. verwijsteksten
27 Want er is geschreven: qZijt vrolijk, gij onvruchtbare, die niet baart; breek uit en roep, gij die geen barensnood hebt; want de kinderen der eenzame zijn veel meer dan dergene die den man heeft. q Jes. 54:1. verwijsteksten
28 rMaar wij, broeders, zijn kinderen der belofte, als Izak was. r Rom. 9:7, 8. verwijsteksten
29 Doch gelijkerwijs toen, die naar het vlees geboren was, svervolgde dengene die naar den Geest geboren was, alzo ook nu. s Gen. 21:9. verwijsteksten
30 Maar wat zegt de Schrift? tWerp de dienstmaagd uit en haar zoon; want de zoon der dienstmaagd zal geenszins erven met den zoon der vrije. t Gen. 21:10. verwijsteksten
31 Zo dan, broeders, wij zijn niet kinderen der dienstmaagd, maar der vrije.

Einde Galaten 4