Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
De uitnemendheid der liefde |
1 AL ware het dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware ik een klinkend metaal of luidende schel geworden. |
2 aEn al ware het dat ik de gave
der profetie had, en wist al de verborgenheden en al de wetenschap, en al ware het dat ik al het geloof had, zodat ik bbergen verzette, en de liefde niet had, zo ware ik niets. a Matth. 7:22. Rom. 12:7. b Matth. 17:20; 21:21. Mark. 11:23. Luk. 17:6. |
a Matth. 7:22 Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? Rom. 12:7 Zo laat ons die gaven besteden, hetzij profetie, naar de mate des geloofs; hetzij bediening, in het bedienen; hetzij die leert, in het leren; b Matth. 17:20 En Jezus zeide tot hen: Om uws ongeloofs wil; want voorwaar zeg Ik u, zo gij een geloof hadt als een mosterdzaad, gij zoudt tot dezen berg zeggen: Ga heen vanhier derwaarts, en hij zal heengaan; en niets zal u onmogelijk zijn. Matth. 21:21 Doch Jezus antwoordende zeide tot hen: Voorwaar zeg Ik u: Indien gij geloof hadt en niet twijfeldet, gij zoudt niet alleenlijk doen hetgeen den vijgenboom is geschied, maar indien gij ook tot dezen berg zeidet: Word opgeheven en in de zee geworpen, het zou geschieden. Mark. 11:23 Want voorwaar zeg Ik u, dat zo wie tot dezen berg zal zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen; en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven dat hetgeen hij zegt geschieden zal, het zal hem geworden zo wat hij zegt. Luk. 17:6 En de Heere zeide: Zo gij een geloof hadt als een mosterdzaad, gij zoudt tegen dezen moerbezieboom zeggen: Word ontworteld en in de zee geplant; en hij zou u gehoorzaam zijn. |
3 En al ware het dat ik al mijn goederen tot onderhoud der armen uitdeelde, en al ware het dat ik mijn lichaam overgaf opdat ik verbrand zou worden, en had de liefde niet, zo zou het mij geen nuttigheid geven. |
4 cDe liefde is lankmoedig, zij is goedertieren; de liefde is niet afgunstig; de liefde handelt niet lichtvaardiglijk, zij is niet opgeblazen; c Spr. 10:12. 1 Petr. 4:8. |
c Spr. 10:12 Haat verwekt krakelen, maar de liefde dekt alle overtredingen toe. 1 Petr. 4:8 Maar vooral hebt vurige liefde tot elkander; want de liefde zal menigte van zonden bedekken. |
5 Zij handelt niet ongeschiktelijk, dzij zoekt zichzelve niet, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad; d 1 Kor. 10:24. Filipp. 2:4. |
d 1 Kor. 10:24 Niemand zoeke wat zijns zelfs is; maar een iegelijk zoeke
wat des anderen is. Filipp. 2:4 Een iegelijk zie niet op het zijne, maar een iegelijk zie ook op hetgeen dat der anderen is. |
6 Zij verblijdt zich niet in de ongerechtigheid, emaar zij verblijdt zich in de waarheid; e 2 Joh. vs. 4. |
e 2 Joh. vs. 4 Ik ben zeer verblijd geweest dat ik van uw kinderen gevonden heb die in de waarheid wandelen, gelijk wij een gebod ontvangen hebben van den Vader. |
7 Zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen. |
8 De liefde vergaat nimmermeer; maar hetzij profetieën, zij zullen tenietgedaan worden; hetzij talen, zij zullen ophouden; hetzij kennis, zij zal tenietgedaan worden. |
9 Want wij kennen ten dele en wij profeteren ten dele; |
10 Doch wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, dan zal hetgeen dat ten dele is, tenietgedaan worden. |
11 Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind, overlegde ik als een kind; maar wanneer ik een man geworden ben, zo heb ik tenietgedaan hetgeen eens kinds was. |
12 fWant wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij
zien
aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen gelijk ook ik gekend ben. f 2 Kor. 3:18. |
f 2 Kor. 3:18 En wij allen, met ongedekten aangezichte de heerlijkheid des Heeren als in een spiegel aanschouwende, worden naar hetzelfde beeld in gedaante veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid, als van des Heeren Geest. |
13 En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde. |