Statenvertaling.nl

sample header image

Leviticus 18 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Leviticus 18

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

Bloedschande
1 VERDER sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2 Spreek tot de kinderen Israëls en zeg tot hen: Ik ben de HEERE uw God.
3 Gij zult niet doen naar de werken des Egyptischen lands, waarin gij gewoond hebt; noch naar de werken van het land Kanaän, waarheen Ik u breng, zult gij doen en zult in hun inzettingen niet wandelen.
4 Mijn rechten zult gij doen en Mijn inzettingen zult gij houden, om in die te wandelen; Ik ben de HEERE uw God.
5 Ja, Mijn inzettingen en Mijn rechten zult gij houden; awelk mens dezelve zal doen, die zal door dezelve leven; Ik ben de HEERE. a Ez. 20:11, 13. Rom. 10:5. Gal. 3:12. verwijsteksten
6 Niemand zal tot enige nabestaande zijns vleses naderen, om de schaamte te ontdekken; Ik ben de HEERE.
7 Gij zult de schaamte uws vaders en de schaamte uwer moeder niet ontdekken; zij is uw moeder, gij zult haar schaamte niet ontdekken.
8 bGij zult de schaamte der huisvrouw uws vaders niet ontdekken; het is de schaamte uws vaders. b Lev. 20:11. 1 Kor. 5:1. verwijsteksten
9 De schaamte uwer zuster, der dochter uws vaders of der dochter uwer moeder, te huis geboren of buiten geboren, haar schaamte zult gij niet ontdekken.
10 De schaamte der dochter uws zoons of der dochter uwer dochter, haar schaamte zult gij niet ontdekken; want zij zijn uw schaamte.
11 cDe schaamte van de dochter der huisvrouw uws vaders, die uw vader geboren is (zij is uw zuster), haar schaamte zult gij niet ontdekken. c Lev. 20:17. verwijsteksten
12 dGij zult de schaamte van de zuster uws vaders niet ontdekken; zij is uws vaders nabestaande. d Lev. 20:19. verwijsteksten
13 Gij zult de schaamte van de zuster uwer moeder niet ontdekken; want zij is uwer moeders nabestaande.
14 eGij zult de schaamte van den broeder uws vaders niet ontdekken; tot zijn huisvrouw zult gij niet naderen, zij is uw moei. e Lev. 20:20. Ez. 22:11. verwijsteksten
15 Gij fzult de schaamte uwer schoondochter niet ontdekken; zij is uws zoons huisvrouw, gij zult haar schaamte niet ontdekken. f Lev. 20:12. verwijsteksten
16 gGij zult de schaamte der huisvrouw uws broeders niet ontdekken; het is de schaamte uws broeders. g Lev. 20:21. verwijsteksten
17 hGij zult de schaamte ener vrouw en harer dochter niet ontdekken; de dochter haars zoons noch de dochter van haar dochter zult gij nemen, om haar schaamte te ontdekken; zij zijn nabestaanden, het is een schandelijke daad. h Lev. 20:14. verwijsteksten
18 Gij zult ook geen vrouw tot haar zuster nemen, om haar te benauwen, mits haar schaamte nevens haar in haar leven te ontdekken.
 
Onzedelijkheid
19 Ook izult gij tot de vrouw in de afzondering van haar onreinheid niet naderen, om haar schaamte te ontdekken. i Lev. 20:18. verwijsteksten
20 kEn gij zult niet liggen bij uws naasten huisvrouw ter bezading, om met haar onrein te worden. k Lev. 20:10. verwijsteksten
21 lEn van uw zaad zult gij niet geven om voor den Molech door het vuur te doen gaan; en den Naam uws Gods zult gij niet ontheiligen; Ik ben de HEERE. l Lev. 20:2. Deut. 18:10. 2 Kon. 17:17; 23:10. verwijsteksten
22 mBij een manspersoon zult gij niet liggen met vrouwelijke bijligging; dat is een gruwel. m Lev. 20:13. verwijsteksten
23 nInsgelijks zult gij bij geen beest liggen, om daarmede onrein te worden; een vrouw ook zal niet staan voor een beest, om daarmede te doen te hebben: het is een gruwelijke vermenging. n Lev. 20:15, 16. verwijsteksten
24 Verontreinigt u niet met enige van deze; want de heidenen die Ik van uw aangezicht uitwerp, zijn met al deze verontreinigd;
25 Zodat het land onrein is en Ik over hetzelve zijn ongerechtigheid bezoeke, en het land zijn inwoners uitspuwt.
26 oMaar gij zult Mijn inzettingen en Mijn rechten onderhouden en van al die gruwelen niets doen, inboorling noch vreemdeling die in het midden van u als vreemdeling verkeert. o Lev. 20:22. verwijsteksten
27 Want de lieden dezes lands, die vóór u geweest zijn, hebben al deze gruwelen gedaan; en het land is onrein geworden.
28 Dat u dat land niet uitspuwe, als gij hetzelve zult verontreinigd hebben; gelijk als het het volk dat vóór u was, uitgespuwd heeft.
29 Want al wie enige van deze gruwelen doen zal, die zielen die ze doen, zullen uit het midden van haar volk uitgeroeid worden.
30 Daarom zult gij Mijn bevel onderhouden, dat gij niet doet van die gruwelijke inzettingen die vóór u zijn gedaan geweest, en u daarmede niet verontreinigt; Ik ben de HEERE uw God.

Einde Leviticus 18