Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 136 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Psalm 136

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

Gods goedertierenheid is eeuwig
1 LOOFT den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
2 Looft den God der goden; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
3 Looft den Heere der heren; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
4 Dien Die alleen grote wonderen doet; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
5 Dien aDie de hemelen met verstand gemaakt heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. a Gen. 1:1. verwijsteksten
6 bDien Die de aarde op het water uitgespannen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. b Ps. 24:2. verwijsteksten
7 Dien cDie de grote lichten heeft gemaakt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. c Gen. 1:14. verwijsteksten
8 dDe zon tot heerschappij in den dag; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. d Gen. 1:16. verwijsteksten
9 De maan en sterren tot heerschappij in den nacht; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
10 eDien Die de Egyptenaars geslagen heeft in hun eerstgeborenen; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. e Ex. 12:29. Ps. 78:43, 51. verwijsteksten
11 En heeft Israël fuit het midden van hen uitgebracht; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. f Ex. 12:31, 51; 13:3, 17. verwijsteksten
12 Met een sterke hand en gmet een uitgestrekten arm; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. g Ex. 6:5. verwijsteksten
13 Dien hDie de Schelfzee in delen deelde; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. h Ex. 14:21, 22. Ps. 78:13. verwijsteksten
14 En voerde Israël door het midden van dezelve; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
15 iHij heeft Farao met zijn heir gestort in de Schelfzee; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. i Ex. 14:24. verwijsteksten
16 kDie Zijn volk door de woestijn geleid heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. k Exodus 15; 16; 17; 19. Ps. 78:53. verwijsteksten
17 lDie grote koningen geslagen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. l Num. 21:24, 25, 34, 35. Joz. 12:1. Ps. 135:10, 11. verwijsteksten
18 En heeft heerlijke koningen gedood; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
19 Sihon, den Amoritischen koning; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
20 mEn Og, den koning van Basan; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. m Deut. 3:1, enz. verwijsteksten
21 En heeft hun land nten erve gegeven; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. n Joz. 12:6. verwijsteksten
22 Ten erve aan Zijn knecht Israël; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
23 Die aan ons gedacht heeft in onze nederheid; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
24 En Hij heeft ons onzen tegenpartijders ontrukt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
25 Die allen vlees spijze geeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
26 Looft den God des hemels; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Einde Psalm 136